24 april 2020 Iedere zondag ga ik naar een museum, dat heb ik echt nodig. In een essay noemde ik het een kleine trip zonder drugs. Nu de musea gesloten zijn, zoek ik ’s zondags een alternatief. Kleine uitstapjes zijn mogelijk, daarom ben ik de eerste keer naar een naburig dorp gegaan met huizen direct aan de stoep. Door ramen als vitrines heb ik gegluurd naar designmeubelen die waren verluchtigd met bezichtigbare mensen. Eén vrouw, binnenshuis met oranje muts, zet me nog steeds aan het denken. Op de tweede zondag was Nagele mijn drive-in-museum, het polderdorp dat in de jaren vijftig is opgezet door gerenommeerde architecten, en waar de sociale status van de bewoners overduidelijk samenhangt met hun woning. Het aantal Poolse en Bulgaarse nummerborden was er groot. De derde zondag fietste ik naar de Wallen van Amsterdam, waar ik nu eens niet hoefde te survivallen tussen toeristen en hoerenlopers. Op het Spui dronk ik koffie uit een thermosfles en verwachtte elk moment een rat of een filmploeg. Mijn museumbezoek van vorige week bestond uit een rondgang door het dorp waar ik momenteel mijn boodschappen doe, en waar bordjes ‘Vroeger en Nu wandeling’ me door de geschiedenis loodsten. Op de terugweg passeerde ik dit tafereel, de zondag was áf.

MARIËT MEESTER

24 april 2020 Iedere zondag ga ik naar een museum, dat heb ik echt nodig. In een essay noemde ik het een kleine trip zonder drugs. Nu de musea gesloten zijn, zoek ik ’s zondags een alternatief. Kleine uitstapjes zijn mogelijk, daarom ben ik de eerste keer naar een naburig dorp gegaan met huizen direct aan de stoep. Door ramen als vitrines heb ik gegluurd naar designmeubelen die waren verluchtigd met bezichtigbare mensen. Eén vrouw, binnenshuis met oranje muts, zet me nog steeds aan het denken. Op de tweede zondag was Nagele mijn drive- in-museum, het polderdorp dat in de jaren vijftig is opgezet door gerenommeerde architecten, en waar de sociale status van de bewoners overduidelijk samenhangt met hun woning. Het aantal Poolse en Bulgaarse nummerborden was er groot. De derde zondag fietste ik naar de Wallen van Amsterdam, waar ik nu eens niet hoefde te survivallen tussen toeristen en hoerenlopers. Op het Spui dronk ik koffie uit een thermosfles en verwachtte elk moment een rat of een filmploeg. Mijn museumbezoek van vorige week bestond uit een rondgang door het dorp waar ik momenteel mijn boodschappen doe, en waar bordjes ‘Vroeger en Nu wandeling’ me door de geschiedenis loodsten. Op de terugweg passeerde ik dit tafereel, de zondag was áf.