2 april 2019
Iedere doordeweekse ochtend zit ik om kwart voor negen in
mijn werkkamer en check dan snel mijn e-mail. Daarna zet ik
een gehoorbeschermer voor bouwvakkers op, trek
schrijfhandschoenen zonder vingers aan en wacht tot mijn
internetverbinding op het kinderslot gaat. De komende vier
uur besteed ik aan werk waarvoor totale inkeer nodig is. Moet
ik er eens van afwijken, bijvoorbeeld voor een afspraak, dan
raak ik behoorlijk uit mijn doen. Ook in het buitenland leef ik
volgens dit ritme, met internetloze ochtenduren.
Maar gisteren was alles anders. Gisteren zouden de
vierhonderd bloesembomen in het Amsterdamse Bos op hun
mooist zijn, met het tedere ochtendlicht dat zo geschikt is voor
foto’s. Ik had al vaak over deze weelde gehoord, nooit kwam
het ervan om te gaan kijken. En zo zat ik op maandagochtend
niet met de gehoorbeschermer over mijn oren in mijn
zolderkamer, maar wandelde met open mond door dit witte
bos.
Geen spijt.